Bewoners Ypenburg willen gasloze warmte
De Haagse wijk Ypenburg wil vanaf 2025 gasloze stadswarmte. Daarom heeft een aantal lokale energiepioniers de Stichting Hernieuwbare Warmte Ypenburg (HWY) opgericht. Samen met de gemeente Den Haag en energieleverancier Eneco zet zij daarvoor verschillende stappen, die een blauwdruk en inspiratiebron zijn voor andere steden en wijken.Duurzaam
Dat laatste, daar gaat het om. Lentz: ‘De stadswarmte in Ypenburg komt nu nog volledig uit gas. Daarvoor verstoken we zo’n 27 miljoen kuub per jaar. Er wordt al gebruik gemaakt van restwarmte van stroomopwekking, maar het moet nog beter: vanaf 2025 wil HWY het stadswarmtenet volledig duurzaam en CO₂-vrij voeden. Tegen gelijke of liefst lagere kosten dan nu. Dan besparen we naast al het gas ook nog 8.000 ton CO₂ per jaar.’Nauwe samenwerking
Sinds de start van de stichting – inmiddels vier jaar geleden – onderzoekt HWY allerlei manieren om dat doel te bereiken. Daarbij werkt de stichting samen met de gemeente Den Haag en Eneco, eigenaar en beheerder van het warmtenetsysteem en de warmtebronnen. Lentz: ‘Zo’n transitie naar gasloos verwarmen is heel complex. Er is niet één oplossing, je moet slimme combinaties maken. Dan is het extra belangrijk dat we in dat driehoeksoverleg van bewoners, gemeente en Eneco veel en goed contact hebben: zo breng je elkaar op ideeën, houd je elkaar scherp en kom je snel verder.’
Maurits van Laarhoven, strategisch asset manager van Eneco, is de andere gastheer op onze wandeling. Al sinds de start van HWY is hij namens de energiemaatschappij betrokken bij de transitieplannen. Ook hij is ervan overtuigd dat een samenwerking met bewoners essentieel is om de transitie goed aan te pakken. ‘De bewoners dagen ons uit. Zij vragen ons te innoveren en om vaart te maken. Ze verdiepen zich echt in de materie en brengen ideeën in, die we gezamenlijk en in transparantie onderzoeken. Door deze samenwerking ontstaat een gemeenschappelijk beeld, met kansen en oplossingen die Eneco zonder hun input anders én waarschijnlijk minder succesvol zou zijn aangevlogen. Zo is geothermie prominenter en sneller op de agenda gekomen. En kunnen we met deze samenwerking de warmtenetten verder verduurzamen door om te schakelen van fossiele naar duurzame bronnen.’
Geothermie: warmte uit grondwater
Het eerste en belangrijkste idee is geothermie: aardwarmte. Recent meldde het FD nog dat het gebruik daarvan in Nederland langzamer op gang komt dan gepland. Tot nu toe zijn er slechts kleinschalige projecten gerealiseerd; er is nog niet één stad die een wijk verwarmt met geothermie. Maar in Ypenburg kan dat mogelijk wel, zo bleek uit onderzoek. Lentz: ‘We hebben met subsidie van de provincie onderzocht welke duurzame bronnen voor Ypenburg geschikt zijn. De conclusies zijn positief: Ypenburg kan in de toekomst warmte halen uit geothermie. Inmiddels heeft het ministerie van Economische Zaken en Klimaat een opsporingsvergunning verleend om de mogelijkheden verder te onderzoeken. Dan weten we zeker of geothermie de belangrijkste bron van warmte kan worden voor Ypenburg. Misschien wel als één van de eerste woonwijken in Nederland.’Lagere temperaturen
Met een aardwarmtebron alleen ben je er niet, weet ook Van Laarhoven. ‘Een gasloos warmtenet op basis van geothermie werkt met lagere temperaturen dan het huidige, gasgestookte warmtenet. Om in alle huizen toch dezelfde comfortabele warmte te krijgen, moeten woningen geschikt zijn voor lagere temperaturen en moet je ook het netwerk intelligenter maken. Van Laarhoven: ‘Dat doen we onder meer met extra metingen in de 32 warmteonderstations: twintig daarvan hebben we inmiddels uitgerust met sensors voor druk, flow en temperatuur. Het is een lerend systeem. We hebben de ingangstemperatuur van het systeem al circa vijftien graden kunnen verlagen. En straks kunnen we pieken en dalen voorspellen, zodat we de beschikbare warmte optimaal kunnen gebruiken. Daarnaast onderzoeken we samen met HWY en de gemeente op welke wijze de installaties in een woning beter kunnen werken, met als doel lagere temperaturen op het warmtenet, minder energieverlies en meer comfort voor de klant.’Netwerk verslimmen
We passeren een woning waar een Eneco-servicemonteur binnen aan de meter werkt. ‘Als onderdeel van het project ‘Netwerk verslimmen’ hebben we bij twintig klanten slimme meters geplaatst’, legt van Laarhoven uit. ‘Eerst als pilot, maar op termijn bij alle bewoners en grootzakelijke warmteklanten in de wijk. Zo creëren we een slim net waarmee we warmtevraag en -aanbod perfect op elkaar kunnen afstemmen. We maken het warmtenet daarmee geschikter voor duurzame warmtebronnen.’Terwijl we verder de wijk ingaan, passeren we een onderstationhuisje waarop een zonneboiler ligt. Van Laarhoven: ‘Een van de ideeën vanuit de bewoners was dat alle mensen in de wijk straks met zonneboilers op hun woning wellicht hun eigen warmte kunnen opwekken, en overschotten via een slimme meter terugleveren aan het net. Op deze plek hebben we daarmee een kleinschalige pilot gehouden, anderhalf jaar lang. Het principe werkt, maar het levert nu nog te weinig op. Wie weet dat we het in de toekomst wel rendabel kunnen maken.’