De onderzochte mogelijkheden
Het warmtenet in Utrecht en Nieuwegein bestaat uit vier deelnetten: Centrum, Leidsche Rijn, Overvecht en Nieuwegein. Om de buffer goed te laten werken, wordt elk deelnet voorzien van een eigen buffer. Vooraf zijn er verschillende mogelijkheden onderzocht.Centrale buffer
Bij een centrale buffer wordt er bij de energiecentrale van Lage Weide een groot buffervat geplaatst. In een centrale buffer moet voldoende warmte opgeslagen kunnen worden om de woningen en gebouwen in Utrecht en Nieuwegein te kunnen verwarmen als de vraag piekt tijdens de ochtend. Hiervoor is een buffervat nodig van 50 meter hoog. Bij een centrale buffer moet de opgeslagen warmte over een grote afstand vervoerd worden, dit zorgt dat temperatuur van de warmte die opgeslagen wordt zelfs hoger moet zijn dan de temperatuur van de warmte die direct getransporteerd wordt. Om deze warmte op een veilige manier op te slaan is het noodzakelijk om de buffer uit te voeren als drukkbuffer. Dit vraagt echter een investering die 2 keer zo hoog is als wanneer er gekozen wordt voor decentrale buffers. Daarbij speelt ook mee dat als de warmtevraag in de winter erg hoog is, dat de inzet van de hulpwarmtecentrales nog steeds nodig zijn. Dit komt omdat de transportleidingen een maximale capaciteit hebben. Vanuit deze optiek is er gekeken naar een andere mogelijkheid, namelijk het plaatsen van decentrale buffers.
Decentrale buffers
Het warmtenet in Utrecht en Nieuwegein bestaat uit vier deelnetten: Centrum, Leidsche Rijn, Overvecht en Nieuwegein. Om de buffer goed te laten werken, wordt elk deelnet voorzien van een eigen buffer. Het centrum wordt voorzien van twee buffers omdat daar de transportcapaciteit tijdens de piekvraag beperkt is. Omdat we ons realiseren dat een warmtebuffer erg zichtbaar is, hebben we gekeken naar de mogelijkheid om de buffers ondergronds te plaatsen. Helaas bleken de kosten voor het plaatsen en onderhouden van de buffer zo hoog dat het project hierdoor niet haalbaar is omdat de investering hiervoor nooit wordt terugverdiend. Daarbij speelt ook mee dat een ondergrondse buffer van deze omvang geen bewezen technologie is. Dit brengt de nodige risico’s met zich mee. Voor een project van deze omvang vinden we een bewezen technologie noodzakelijk. Eneco heeft namelijk op kleinere schaal een ondergrondse buffer toegepast met slechte ervaringen in de praktijk.
Bij een centrale buffer wordt er bij de energiecentrale van Lage Weide een groot buffervat geplaatst. In een centrale buffer moet voldoende warmte opgeslagen kunnen worden om de woningen en gebouwen in Utrecht en Nieuwegein te kunnen verwarmen als de vraag piekt tijdens de ochtend. Hiervoor is een buffervat nodig van 50 meter hoog. Bij een centrale buffer moet de opgeslagen warmte over een grote afstand vervoerd worden, dit zorgt dat temperatuur van de warmte die opgeslagen wordt zelfs hoger moet zijn dan de temperatuur van de warmte die direct getransporteerd wordt. Om deze warmte op een veilige manier op te slaan is het noodzakelijk om de buffer uit te voeren als drukkbuffer. Dit vraagt echter een investering die 2 keer zo hoog is als wanneer er gekozen wordt voor decentrale buffers. Daarbij speelt ook mee dat als de warmtevraag in de winter erg hoog is, dat de inzet van de hulpwarmtecentrales nog steeds nodig zijn. Dit komt omdat de transportleidingen een maximale capaciteit hebben. Vanuit deze optiek is er gekeken naar een andere mogelijkheid, namelijk het plaatsen van decentrale buffers.
Decentrale buffers
Het warmtenet in Utrecht en Nieuwegein bestaat uit vier deelnetten: Centrum, Leidsche Rijn, Overvecht en Nieuwegein. Om de buffer goed te laten werken, wordt elk deelnet voorzien van een eigen buffer. Het centrum wordt voorzien van twee buffers omdat daar de transportcapaciteit tijdens de piekvraag beperkt is. Omdat we ons realiseren dat een warmtebuffer erg zichtbaar is, hebben we gekeken naar de mogelijkheid om de buffers ondergronds te plaatsen. Helaas bleken de kosten voor het plaatsen en onderhouden van de buffer zo hoog dat het project hierdoor niet haalbaar is omdat de investering hiervoor nooit wordt terugverdiend. Daarbij speelt ook mee dat een ondergrondse buffer van deze omvang geen bewezen technologie is. Dit brengt de nodige risico’s met zich mee. Voor een project van deze omvang vinden we een bewezen technologie noodzakelijk. Eneco heeft namelijk op kleinere schaal een ondergrondse buffer toegepast met slechte ervaringen in de praktijk.