Biomassa volgens strikte normen
Eneco zet biomassa in vanuit de overtuiging dat dit op een duurzame manier kan. We zien biomassa als een transitiebron en zetten het in om versneld fossiele bronnen af te kunnen bouwen. We gebruiken biomassa die aantoonbaar voldoet aan strikte duurzaamheidscriteria. We hanteren de meest strikte normen om de duurzaamheid van onze gebruikte biomassa te garanderen en aan te tonen. Dit wordt gecontroleerd en gecertificeerd door onafhankelijke partijen.NTA 8080 & Better Biomass
Eneco toetst de BIoWarmteInstallatie in Utrecht en Bio Golden Raand in Delfzijl aan het duurzaamheidskader NTA8080 – met het certificeringsschema Better Biomass. Deze norm is opgesteld onder meer in samenwerking met NGO’s (zoals Stichting Natuur & Milieu, Greenpeace, WWF, IUCN), wetenschappelijke instellingen, industriële partijen en de overheid. De NTA8080 is erkend door de Nederlandse overheid en door de Europese Commissie voor de duurzaamheidstoetsing in het kader van Renewable Energy Directive.Eneco hanteert de NTA8080 norm ook vrijwillig voor de biomassa gerelateerde activiteiten die niet onder de regelgeving vallen die de overheid stelt aan grote industriële bio-energie installaties, zoals de Biowarmte installatie Lage Weide. Zowel ons handelsbedrijf, Eneco Energy Trade, als de BioWarmte Installatie zelf beschikken over het Better Biomass certificaat (certificaatnummers: QSC-13071018-1 en QSC-18441110) met betrekking tot de handel in en verwerking van houtshreds en houtchips, zoals in de BWI worden gebruikt. Daarnaast worden de biomassaleveranciers gecertificeerd voor zover zij nog niet over de vereiste certificering beschikken. Dit wordt als voorwaarde in de leveringsovereenkomsten meegenomen. Daarmee wordt de keten, van biomassaproductie tot en met energieproductie, aantoonbaar duurzaam.
Hoewel bovengenoemde duurzaamheidscriteria tot de strengste van de wereld behoren, kiezen wij ervoor om aanvullende duurzaamheidseisen te stellen voor het gebruik van biomassa. Een voor ons belangrijk aanvullende voorwaarde is dat de inzet van biomassa voor het opwekken van energie gebeurt op basis van cascadering, dat betekent dat de biomassa die we gebruiken niet voor een ander hoogwaardiger doel ingezet kan worden zoals voedselproductie.