Hoe het Nederlandse energiesysteem steeds groener kleurt
De kansen en uitdagingen van duurzame opwek5 april 2023 door Redactie EnecoOpwekcapaciteit duurzame energie vervijfvoudigd sinds 2015
In 2022 is er maar liefst 15% meer duurzame stroom opgewekt met zonne- en windinstallaties dan in 2021. Peter: 'Dat is voor een deel te danken aan het zonnige jaar. Maar wat zeker ook heeft bijgedragen, is de forse groei van de duurzame opwekcapaciteit. Het totaal opgestelde vermogen van alle zonne- en windinstallaties in Nederland – dus wat ze opbrengen als ze op vol vermogen draaien – heeft de afgelopen jaren een hoge vlucht genomen. Waar in 2015 de teller op nog geen 5GW stond; eind 2022 bedroeg het opgestelde vermogen voor duurzame stroom zo’n 25,5 GW. Ruim vijf keer zo veel. Twee derde daarvan – 17 GW - wordt vertegenwoordigd door zonne-installaties. Wind op land is goed voor 5,5 GW en wind op zee voor 3 GW. Als je bedenkt dat de gemiddelde stroomvraag in Nederland 14 GW is, kunnen we dus al een aanzienlijk deel duurzaam opwekken. Op zonnige dagen met wat wind kunnen we met groene stroom zelfs al aan de totale vraag voldoen.'
Bron: CBS Statline, Martien Visser/Entrnce
Stroom overdag goedkoper
De invloed van die sterk gestegen opwekcapaciteit is inmiddels ook te merken op de groothandelsmarkten waar onder andere energieproducenten en -leveranciers in stroom handelen. 'We zijn altijd gewend geweest dat de prijzen voor stroom overdag doorgaans iets hoger liggen dan ’s nachts, ’s morgens vroeg en ’s avonds', vertelt Peter. 'Die tarieven komen namelijk tot stand op basis van vraag en aanbod. En overdag wordt meestal meer stroom gebruikt. Dat betekent dat er overdag ook meer stroom geproduceerd moet worden. Om aan die vraag te voldoen, was het in eerdere jaren vaak nodig om duurdere gas- en kolencentrales bij te schakelen. Dat is veranderd: op zonnige dagen is er nu overdag genoeg zonne-energie beschikbaar. Dit betekent dat centrales overdag minder hoeven te draaien dan in de overige uren, wanneer de vraag naar stroom misschien lager is, maar er ook veel minder duurzaam wordt opgewekt.'
Bron: Entso-E
Negatieve prijzen
Deze omkering weerspiegelt zich in de stroomprijzen op de groothandelsmarkt. Peter: 'Het komt op heel zonnige dagen al af en toe voor dat er meer duurzame stroom wordt opgewekt dan er vraag is. Dan zijn er geen fossiele centrales nodig om aan de vraag te kunnen voldoen. Partijen moeten soms zelfs van hun stroom af om te voorkomen dat er onbalans ontstaat in vraag en aanbod in het stroomnet.'
Peter illustreert dit aan de hand van de ontwikkeling van de stroomprijs op 23 april 2022. Geen willekeurige datum: op die dag werd er voor het eerst meer stroom opgewekt met zonnepanelen en windturbines dan er werd verbruikt (zie figuur hieronder). 'Dit was een zeer zonnige dag, waarop op het laatste moment heel veel zonne-energie op de markt werd aangeboden. Zoveel dat de prijs onder nul zakte. En niet alleen dat is opmerkelijk, maar vooral de enorme prijsverschillen binnen één etmaal. Door de hoge brandstofkosten is het duur om stroom op te wekken met fossiele centrales. In de grafiek kun je duidelijk zien in welke uren er fossiele centrales nodig waren om aan de vraag te kunnen voldoen en in welke uren er genoeg zonne- en windenergie beschikbaar was – soms zelfs een overschot.'
Bron: Entso-E
De toekomst is flexibel
De toename van duurzame opwekcapaciteit heeft impact op de totstandkoming van de prijzen. 'En die impact wordt alleen maar groter, want er komen nog veel zonne- en windinstallaties bij', vertelt Peter. 'Naar verwachting is er in 2030 in totaal 46,5 GW aan duurzame opwekcapaciteit, nog eens 21 GW meer dan in 2022. Want het blijft interessant om in groene energie te investeren – mede dankzij subsidies. Van die 21 GW is 10 GW afkomstig van zonnesystemen, 2,5 GW van wind op land en wind op zee maakt met een groei van 8,5 GW een grote stap voorwaarts. Een mooie ontwikkeling, want daarmee wordt het energiesysteem van Nederland steeds groener.'
Bron: Klimaatakkoord